Onderwijs en onderzoek
Door de toename van wetenschappelijk geschoolde ergotherapeuten en gepromoveerde ergotherapieonderzoekers neemt de onderbouwing van ergotherapie steeds meer toe. Ergotherapie Nederland wordt dikwijls uitgenodigd om een multidisciplinaire richtlijn of standaard te ontwikkelen. Hiervoor mandateert de beroepsvereniging dan een ergotherapeut. Ergotherapie Nederland coördineert ook het becommentariëren van conceptrichtlijnen en ontwikkelt ergotherapierichtlijnen voor een aantal aandoeningen. Op de website staat een overzicht van de richtlijnen die voor iedereen toegankelijk zijn.
Ergotherapeuten passen deze kennis zo veel mogelijk toe in hun beroepspraktijk. Ergotherapie is bij uitstek een beroep waarin de praktijk kan profiteren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Omgekeerd kan onderzoek zich baseren op bewezen effectieve oplossingen in de praktijk.
Het onderzoek op de hogescholen valt onder de verantwoordelijkheid van de lectoren. Bij de hogescholen met een opleiding ergotherapie zijn (associate) lectoren betrokken, die bijdragen aan het onderzoek dat relevant is voor de praktijk van de ergotherapeut. Sinds 2018 is er een bijzonder hoogleraar Ergotherapie, die onder andere bijdraagt aan de wetenschappelijke Kennisagenda Ergotherapie. Daarin staat aan welke kennis de komende jaren behoefte is om de kwaliteit van ergotherapie te verbeteren. De kennisagenda is door Ergotherapie Nederland opgesteld en vormt een basis voor het (inhoudelijk en wetenschappelijk) beleid van Ergotherapie Nederland en de grondslag voor (ergotherapie)onderzoekers, financiers en relevante organisaties.
Ergotherapie Nederland voert op bestuurlijk niveau overleg om financiering van paramedisch onderzoek en richtlijnontwikkeling te faciliteren, en stuurt dit inhoudelijk aan op basis van de kennisagenda.
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) bewaakt de kwaliteit van de uitoefening van beroepen in de gezondheidszorg. Het beroep ergotherapie valt onder artikel 34 van deze wet. Dit artikel beschermt de opleidingstitel van ergotherapeut.
Met behulp van het Kwaliteitsregister Paramedici (KP) registreren ergotherapeuten elke vijf jaar hun kwaliteit. De kwaliteitscriteria van het KP voor ergotherapeuten hebben betrekking op:
De beroepsvereniging Ergotherapie Nederland (EN) vertegenwoordigt alle ergotherapeuten naar de buitenwereld. EN zet zich in voor de beroepsgroep en de individuele ergotherapeut. Daarnaast zet EN zich in voor een professionele en kwalitatief hoogwaardige beroepsuitoefening. Eén van de taken van EN is de specifieke waarde van ergotherapie naar voren brengen. Door de sociaaleconomische en beroepsinhoudelijke belangen van ergotherapeuten te behartigen, draagt EN eraan bij dat de ergotherapeut een stevige positie inneemt in het werkveld.
Daarnaast stimuleert EN dat ergotherapeuten voor en na de interventie meetinstrumenten gebruiken. De beroepsgroep kan met deze verzamelde informatie de meerwaarde van ergotherapie duidelijk en aantoonbaar maken voor stakeholders. Verder stimuleert EN de ontwikkeling van het beroep door wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken en richtlijnen te ontwikkelen. EN bevordert de deskundigheid van individuele ergotherapeuten door scholing, congressen en netwerken aan te bieden en via het Ergotherapie Magazine.
Het is voor de professionalisering van het beroep belangrijk om oog te hebben voor de internationale context. De ontwikkeling van de Nederlandse ergotherapie staat niet op zichzelf, maar wordt gevoed door internationale ontwikkelingen. Denk aan de vele modellen en assessments die gebruikt worden.
Op wereldniveau is er de World Federation of Occupational Therapists (WFOT). Dankzij de WFOT is ergotherapie het enige beroep in de gezondheidszorg dat wereldwijd Minimum standards of education heeft. Op Europees niveau zoeken ergotherapeuten steeds meer buitenlandse partners om mee samen te werken en goede praktijkvoorbeelden te delen. Dit gebeurt in OTEurope, de koepelorganisatie van:
Ergotherapeuten en studenten die internationale ervaringen opdoen via uitwisselingsprogramma’s, stages, congressen, deelname aan besturen, deelname aan projecten, sociale media-groepen of buitenlandse literatuur lezen, doen een schat aan ervaringen op, die hun kennis en visie op het beroep verbreedt en verrijkt.